6 gegeven antwoorden
Eerst is het van belang een vermogensverdeling te maken. Een schenking onder uitsluitingsclausule behoort tot het privévermogen. De eigen woning en de hypotheekschuld is gemeenschappelijk vermogen (ons eerste huis). U (mevrouw) investeert privévermogen (schenking onder uitsluitingsclausule) in gemeenschappelijk vermogen. Hierdoor krijt u een zogenoemd vergoedingsrecht in het gemeenschappelijk vermogen. Samenwoners verdelen volgens de zogenoemde nominaliteitsleer. Dat wil zeggen: U hebt altijd recht op de nominale vordering. Dit is € 100.000,-. Waardemutaties blijven hierbuiten. Ik weet, u gaat samenwonen, echter eerst als voorbeeld en tweede alternatief: Gehuwden/geregistreerd partners hebben voor transacties vanaf 2012 recht op een vergoeding volgens de beleggingsleer en dat houdt in: Dat je meedeelt in de waardemutaties (stijging of daling) van het geïnvesteerde goed naar rato van het geïnvesteerde bedrag. Bijvoorbeeld: De woning wordt € 550.000,- waard (nu € 500.00,- want 20% zo gaf u aan is € 100.000,-). Uitwerking: U hebt dan recht op € 100.000,- / € 500.000,- x € 550.000,- is € 110.000,-. Maar u kunt zelf afspraken maken hoe u hiermee wilt omgaan. Voornoemde is een wettelijk recht, maar daar mag je van afwijken. Leg de afspraken goed vast. En dat doet u in de samenlevingsovereenkomst. Het is altijd raadzaam om privévermogen, investeringen in gemeenschappelijk vermogen of het vermogen van de ander goed te administreren. Dit zorgt voor duidelijkheid bij een eventuele echtscheiding. Denk verder aan het opnemen van een verblijvingsbeding in de samenlevingsovereenkomst. Zodat bij overlijden het eigendom van de overleden partner verblijft bij de achterblijvende partner. Let op: Dat is niet alleen de eigen woning! De notaris kan u hierover ook verder adviseren. Veel plezier en geluk in uw nieuwe woning toegewenst! Hartelijk groet, Pensioenadvies Bureau Gerritsen M.J.S. (Michael) Gerritsen RPA www.pensioenadvies.info | [email protected] | 0316 285115
Beste vraagsteller, Vanaf 1 juli 2015 gelden nieuwe ontslagregels. Een zogenoemde gouden handdruk opbouw- of uitkeringsrekening of -verzekering is helaas sindsdien niet meer mogelijk. De ontslagvergoeding komt als bruto bedrag beschikbaar. En wanneer u de ontslagvergoeding op uw rekening ontvangt, wordt deze bij uw inkomen opgeteld en volledig belast. U mag wel de (al dan niet volledige bruto) transitievergoeding gebruiken om begeleiding bij outplacement in te kopen en/of opleidingen te gaan volgen mits dat uw kans op werk vergroot. Hier zijn diverse voorwaarden aan verbonden. Informeer daarnaar. Ontvangt u de ontslagvergoeding op uw rekening en is de belasting voldaan? Dan bent u vrij in uw besteding. U kunt het netto bedrag op verschillende manieren verder investeren en daar uw voordeel mee doen. Aansluitend op uw situatie en doelstellingen: Bijvoorbeeld: - Opzij zetten (sparen of beleggen) om vermogen op te bouwen voor inkomensaanvulling, luxe goederen, onderhoud woning of verduurzaming woning - Investeren in hypotheek (verlagen, rente afkopen/middelen of extra storten in spaarhypotheek) en daarmee uw maandlasten verlagen - Lijfrente aanschaffen voor toekomstige pensioenaanvulling (premie nu aftrekbaar door middel jaar- en reserveringsruimte / wellicht bij uitkeren (bruto!) belastingvoordeel vanaf AOW-leeftijd vanwege lager schijventarief (hangt af van uw totale pensioeninkomen / belastbaar inkomen) - Eigen onderneming starten - WW aanvullen - Vervroegd pensioen realiseren - Belasting plannen door middel van middeling over 3 jaren (vanwege hogere inkomen in jaar van uitkeren ontslagvergoeding) U leest het al, er zijn veel mogelijkheden. Daarom adviseren wij altijd een Financieel plan te laten maken zodat u als het ware vooruit kunt kijken en zodoende financieel bewuste keuzes kunt maken.
Geachte bezoeker, indien u de lijfrente-uitkering over een langere periode - meerdere jaren - laat uitkeren is belastingplanning mogelijk door de hoogte van de uitkering (afhankelijk van uw belastbaar inkomen) te optimaliseren binnen de belastingschijven en rekening houdend met eventueel uw - naderende - AOW-leeftijd. Ook wat betreft de fiscale (on)mogelijkheden van het lijfrentecontract (lijfrenteregime). Financieel en fiscaal plannen dus. Neemt u daarvoor contact op met een pensioenadviseur / financieel planner. Met vriendelijke groet, Michael Gerritsen, Pensioen Adviesbureau Gerritsen
Eerst dient vastgesteld te worden of de nieuwe onderneming verplicht is deel te nemen aan een (ander) bedrijfspensioenfonds. Een zogenoemd werkingssfeeronderzoek. Om vervolgens vast te stellen of er een keuze is (bij ABP te blijven). Aan de hand van de verplichtstellingbeschikking / statuten van het pensioenfonds kan worden afgeleid of vrijwillige deelname al dan niet mogelijk is (bij geen verplichte deelname elders). Meestal is dat niet het geval.
U krijgt AOW vanaf 31-5-2019. Uw AOW-leeftijd is 66 jaar + 4 maanden. Afhankelijk van wat in uw pensioenreglement is bepaald gaat stopt uw Pre-pensioen en gaat uw ouderdomspensioen in op de pensioenrichtleeftijd. De pensioenrichtleeftijd kan 65 jaar zijn of uw AOW-leeftijd zijn of 67 jaar of zelfs 68 jaar zijn. In 2014 is de pensioenrichtleeftijd verhoogd naar 67 jaar. In 2018 naar 68 jaar. Welke keuze het pensioenfonds voor uw pensioenregeling heeft gemaakt, weet ik niet zonder uw situatie te kennen. Dat kan dus verschillen. U kunt pensioenen vervroegen als deze later ingaan dan uw AOW-leeftijd. Zodat u alle pensioenen bijvoorbeeld op AOW-datum ontvangt. U kunt zelf starten door in te loggen op de website www.mijnpensioenoverzicht.nl. Dit kan met uw Digi-D. Daar ziet u welke pensioenen u hebt opgebouwd. En op welke leeftijd u deze ontvangt. Het is dan eenvoudig vast te stellen of er in uw situatie nog actie nodig is. Wenst u daarin advies of ondersteuning, dan kunt u bij een pensioen adviesbureau terecht. Houdt u dan wel rekening met advieskosten.
Beste vraagsteller, Kiest u een bancaire lijfrenterekening voor de uitkering, dan gaat het saldo bij uw overlijden automatisch naar uw wettelijke erfgenamen. Hebt u een testament waarin uw vrouw als erfgenaam is opgenomen? Dan gaat de lijfrente-uitkering voor dezelfde hoogte en duur bij uw overlijden over naar uw vrouw. Successieplanning zal dus via het testament moeten gebeuren. Kiest u een verzekerde lijfrente voor de uitkering, dan kiest u het percentage van de uitkering die over moet gaan op uw vrouw bij uw overlijden. Dat kan 100% of minder zijn (doorgaans 100% / 70% / 0%). Hier wijst u uw vrouw als begunstigde voor de uitkering aan. En is een testament niet (perse voor dit vraagstuk) nodig. Successieplanning zal via het aanwijzen van de begunstiging bij de aanvraag van het lijfrentecontract gebeuren. Tip: De hoogte van de lijfrente-uitkering zal tussen aanbieders verschillen. Ook voor een bancaire of verzekerde lijfrente en met en zonder overgang bij overlijden (verzekerde lijfrente). Het kan u financieel voordeel opleveren om een dergelijke vergelijking te maken of te laten opstellen. En u zelf af te vragen of te laten adviseren welke duur en hoogte en samenstelling het best aansluit bij uw situatie? Hiervoor kunt u een gecertificeerd adviseur Vermogen, Pensioen inschakelen. Met vriendelijke groet, Pensioen Adviesbureau Gerritsen M.J.S. (Michael) Gerritsen RPA